Uitleg
Deze pagina gaat over het tweede deel van je valbeweging. De valbeweging is namelijk opgedeeld in twee delen. Het optillen van je vrije heup/je stand heup omlaag duwen en de zijwaartse lichaamsverplaatsing. Door je valbeweging gebruik je je lichaamsgewicht i.p.v. dat het je tegenwerkt. Op het moment dat je met twee schaatsen op het ijs staat en je duwt een schaats weg om af te zetten, moet je tegen je lichaamsgewicht in werken.
Door je lichaam loodrecht van je afzet af te bewegen hoef je niet je eigen lichaamsgewicht weg te duwen maar werkt het juist mee op meer kracht op je schaats te kunnen zetten. Hierbij is het wel belangrijk dat zowel je schouders als je heupen de zijwaartse beweging maken. Voor je bovenlichaam geldt hetzelfde als voor je heupen. Je wilt dat deze in een rechte lijn verplaatsen. De schouder aan de bijhaal kant mag in elk geval niet lager zijn dan de schouder aan de standbeen kant. Andersom kan eventueel wel, hierbij duw je jezelf extra in je afzet en is het ook makkelijker om je vrije heup (bijhaal heup) hoog te houden. Kort door de bocht uitgelegd beweegt je gehele lichaam als een blok beton tegelijk opzij. Alles blijft dus in dezelfde lijnen en wijst naar voren toe.
Oefeningen
Zijwaartse lichaamsverplaatsing