Uitleg

Continue druk is zo belangrijk omdat er in de bocht veel krachten op je lichaam werken en je hierdoor extra veel snelheid kan maken zonder dat je dit extra spierkracht kost. Daarom is versnellen in de bocht ook makkelijker dan op het rechte eind op het moment dat je een goede techniek hebt. Daarom is het belangrijk om gebruik te maken van die krachten. Om daar zo optimaal mogelijk gebruik van te maken wil je de hele tijd afzetten en geen glij/rustmoment hebben in de bocht. Uitrusten doe je maar op het rechte eind ;).

Continue druk rijden klinkt misschien heel ingewikkeld maar is dus eigenlijk niks meer dan non stop afzetten. Wanneer de schaats wordt neergezet, wordt deze meteen het ijs ingeduwd. Hierbij is het belangrijk dat je ijzers schuin naar de binnenbocht gekanteld staan en de ijs-ijzerhoek zo klein mogelijk is. Door een kleine ijs-ijzerhoek bouw je de meeste kracht op in je zijwaartse afzet. Dit zet je vervolgens om in voorwaartse snelheid. Dit lukt echter niet zonder de randvoorwaardes die je creëert tijdens je houding en plaatsing + afzet. Als je deze stappen helemaal netjes uitvoert hoef je bijna alleen nog maar extra te duwen zodra je je schaats op het ijs neer zet en je gaat een fantastische en snelle bocht rijden. 

Wel zijn er nog een paar kleine punten die hierbij van belang zijn:

  1. Het zwaartepunt bevindt zich altijd links van de schaats waarop je staat. Vanzelfsprekend wissel je continu van schaats waarop je staat. Wanneer het lichaamszwaartepunt, zowel op rechts als op links, zich links van het ijzer bevindt, ontstaat er automatisch een kleine ijs-ijzerhoek. 
  2. Daarnaast geldt hoe meer gewicht je in je schaats hebt geduwd hoe harder je afzet. Daarom is het dus zo belangrijk om die rechterheup nog meer je schaats in te duwen op het moment dat je je rechter schaats op het ijs neerzet. Dit effect kan je nog wat vergroten door op dit moment ook je linkerheup iets omhoog te trekken. Hierdoor kan je meer kracht leveren met rechts en creëer je een betere houding op het moment dat je je linker schaats plaatst.
  3. Hou je armzwaai kort. Met je armen geef je namelijk je ritme aan, dus hoe korter je armzwaai hoe hoger je ritme kan zijn en hoe meer rake klappen je kan maken in de bocht. Daarnaast zorgt een korte armzwaai er ook voor dat je arm niet je schouder mee omhoog trekt waardoor je je goede houding verliest.      

Oefeningen

Bij deze oefening houd je de hele tijd je rechter schaats op het ijs. Links mag wel gewoon de bocht lopen zoals je gewend bent. Het doel bij deze oefening is om veel snelheid te maken in de bocht. Ga dus ook niet met al te veel snelheid de bocht in want anders is extra snelheid maken heel lastig. Je kan bij deze oefening aan de hand de snelheid die je maakt zien of je hem goed uitgevoerd hebt. Hoe hoger je snelheid op het einde hoe beter. Die snelheid behaal je vanuit een goede techniek. Je moet je rechter schaats niet te ver strekken zodat je goed druk (=afzetten =duwen) kan zetten met rechts. Ditzelfde geldt voor links en zodat je heupen recht blijven. Probeer erop te letten dat je elk moment aan het afzetten bent.

Je kan extra veel snelheid uit je afzet halen door op het juiste moment je rechter heup omlaag te duwen en je linker heup omhoog. Dit moment is zodra je je linkervoet van het ijs haalt en duw vol met rechts aan het afzetten bent. Door je rechter heup omlaag te duwen komt er meer gewicht in je schaats duwen waardoor je meer kracht kan leveren. Door je linker heup omhoog te tillen kan je iets langer met rechts afzetten en tegelijk blijf je in een betere schaatshouding waardoor je meteen weer met links kan afzetten zodra je die op het ijs neerzet. Tijdens deze oefening beweeg je heel schokkerig maar daardoor kan je wel goed ervaren wat de bedoeling is. Heb je hem lekker te pakken? Probeer hem dan in een vloeiende beweging toe te passen tijdens het rijden van de bocht. 

Bij deze oefening is het doel om op een zo’n hoog mogelijk ritme te rijden. Tegelijk is het wel de bedoeling dat elke afzet die je doet krachtig is. Je leert jezelf hierdoor aan om zodra je je schaats op het ijs neer zet te gaan afzetten. In deze oefening rij je een hoger ritme dan normaal dus je zal wel iets minder snelheid maken dan wanneer je technisch de ideale bocht rijdt.

Tip: hou je armzwaai kort, die bepaalt voor een groot deel het ritme dat je kan rijden. 

Deze oefening is een combinatie van een goede houding en continu druk zetten. Je snijdt de bocht enorm hoog aan. Dit betekend dat je ver aan de buitenkant van de baan de bocht in gaat (let wel goed op dat je niet andere mensen in de weg rijdt). Vervolgens probeer je zo krap mogelijk de bocht uit te komen. Dit betekend dat je zo veel mogelijk aan de binnenkant van de baan de bocht uit wilt komen. Dit bereik je door heel erg goed je heup in de bocht te duwen en elke keer dat je je schaats neer zet af te zetten. Doe je één van beide niet dan kan je de bocht niet houden en dan vlieg je er uit (je komt dan niet krap de bocht uit). 

Disclaimer: bij deze oefening plaats je je linker schaats iets verder van je af dan ideaal. Dat is voor deze oefening niet erg maar dat wil je natuurlijk niet tijdens het rijden van een normale bocht. 

Onze activiteiten

Wil je niets missen? Check onze agenda!

Onze sponsoren