Uitleg
Continue druk is zo belangrijk omdat er in de bocht veel krachten op je lichaam werken en je hierdoor extra veel snelheid kan maken zonder dat je dit extra spierkracht kost. Daarom is versnellen in de bocht ook makkelijker dan op het rechte eind op het moment dat je een goede techniek hebt. Daarom is het belangrijk om gebruik te maken van die krachten. Om daar zo optimaal mogelijk gebruik van te maken wil je de hele tijd afzetten en geen glij/rustmoment hebben in de bocht. Uitrusten doe je maar op het rechte eind ;).
Continue druk rijden klinkt misschien heel ingewikkeld maar is dus eigenlijk niks meer dan non stop afzetten. Wanneer de schaats wordt neergezet, wordt deze meteen het ijs ingeduwd. Hierbij is het belangrijk dat je ijzers schuin naar de binnenbocht gekanteld staan en de ijs-ijzerhoek zo klein mogelijk is. Door een kleine ijs-ijzerhoek bouw je de meeste kracht op in je zijwaartse afzet. Dit zet je vervolgens om in voorwaartse snelheid. Dit lukt echter niet zonder de randvoorwaardes die je creëert tijdens je houding en plaatsing + afzet. Als je deze stappen helemaal netjes uitvoert hoef je bijna alleen nog maar extra te duwen zodra je je schaats op het ijs neer zet en je gaat een fantastische en snelle bocht rijden.
Wel zijn er nog een paar kleine punten die hierbij van belang zijn:
- Het zwaartepunt bevindt zich altijd links van de schaats waarop je staat. Vanzelfsprekend wissel je continu van schaats waarop je staat. Wanneer het lichaamszwaartepunt, zowel op rechts als op links, zich links van het ijzer bevindt, ontstaat er automatisch een kleine ijs-ijzerhoek.
- Daarnaast geldt hoe meer gewicht je in je schaats hebt geduwd hoe harder je afzet. Daarom is het dus zo belangrijk om die rechterheup nog meer je schaats in te duwen op het moment dat je je rechter schaats op het ijs neerzet. Dit effect kan je nog wat vergroten door op dit moment ook je linkerheup iets omhoog te trekken. Hierdoor kan je meer kracht leveren met rechts en creëer je een betere houding op het moment dat je je linker schaats plaatst.
- Hou je armzwaai kort. Met je armen geef je namelijk je ritme aan, dus hoe korter je armzwaai hoe hoger je ritme kan zijn en hoe meer rake klappen je kan maken in de bocht. Daarnaast zorgt een korte armzwaai er ook voor dat je arm niet je schouder mee omhoog trekt waardoor je je goede houding verliest.